Op vrijdag 19 augustus stonden er twee uitstapjes voor Het Bornhof op het programma. Een korte ochtendrit voor bezoekers van het Buurtcentrum en ‘s middags een lange rit over de Posbank.
“Chauffeur, waar gaan we naar toe ?”, vraagt een gast aan de koffietafel bij het begin van het ochtenduitstapje. De wedervraag van de chauffeur is: “Waar zou u naar toe willen?” De reactie is onverwacht: “als het maar niet de Posbank is, daar ben ik al zo vaak geweest”. Ook zonder in de bloeitijd van de heide over de Posbank te gaan kunnen we toch wel een leuk uitstapje verzinnen. De chauffeur stelt een tochtje voor naar het kleinste stadje Bronkhorst en via het pontveer de IJssel over naar Brummen en vervolgens met een mooie route door de binnenlanden van Hall en Voorstonden weer terug. Dit voorstel krijgt goedkeuring vooral vanwege het bezoek aan Bronkhorst en de oversteek met een ander vervoermiddel, de veerpont. Het “museum”-stadje Bronkhorst is eigenlijk altijd een bezoek waard. Dat lijkt ook RTV-Oost te beseffen want we zien dat er tv- opnames zijn. Langzaam rijdend bewonderen we de historische gebouwen en keienstraatjes en rijden de weg in naar het veer dat al op ons ligt te wachten. Naast enkele fietsers zijn wij het enige motorische vervoermiddel. Alle passagiers in de bus zijn verrukt over dit bijzondere tochtje over de IJssel. Geen van allen heeft dit eerder gedaan. Lydia, de begeleidster geeft uitleg over de werking van de pont met kabels en zo. Aan de overkant parkeert de chauffeur even de bus met zicht op de IJssel en genieten we van een drankje. Daarna zetten we de tocht voort door Brummen. Langs Klein Engelenburg (Domus magnus locatie) en kasteel Engelenburg bereiken we het Apeldoorns Kanaal. Via mooie weggetjes omzoomd door berken, de natuurlijke “lantaarnpalen”, rijden we langs Hall en later Huis Voorstonden naar de Hoven. Hier en daar herkennen de passagiers plekken waar ze vroeger vaak kwamen. Bij thuiskomst blijkt vooral de IJsselovertocht indruk te hebben gemaakt.
De deelnemers aan de middagtocht willen juist wel over de Posbank, in de wetenschap dat de bloei van de struikheide (calluna) is begonnen. Er zijn enkele heel mooie uitzichtpunten waarbij je midden in een paarse weelde staat. We gaan natuurlijk via een omweg richting Posbank. Langs Empe en Klein Amsterdam gaan we richting Loenen en het Apeldoorns Kanaal. De passage van het gehuchtje Klein Amsterdam doet een van de deelnemers, een oorspronkelijk Amsterdamse, veel genoegen. Waar de naam precies vandaan komt weet niemand te vertellen. De gelijkenis met Amsterdam is niet duidelijk. Dat is de toevoeging Klein wel. Het gehucht kent zo’n 20 huizen en tussen de 50 en 100 inwoners. Langs het Apeldoorns kanaal rijden we van Loenen naar Dieren en passeren daarbij Eerbeek waar de Eerbeekse Beek onder het Apeldoorns kanaal door stroomt. Aan de oevers van het kanaal bloeien o.a. reuzenbalsemien en koninginnekuid. Na Dieren en Ellecom gaan we in De Steeg rechts de Veluwse stuwwal op richting Posbank. Dit is een stenen bank gebouwd als eerbetoon aan de heer Pos, 2e voorzitter van de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond (ANWB). En wielrijders (tegenwoordig wielrenners) komen er nog steeds erg veel op de wegen over het gebied rond de bank van Pos. Dat merken we als we bij het restaurant koffie drinken, als er veel beweging is van auto’s, motoren en ……racefietsen. Er blijkt een wielerronde te zijn. Van deze vervoermiddelen zullen we deze middag nog veel meer hinder hebben. Als we net vertrokken zijn na de koffie worden we direct door de politie tegengehouden en staan we vooraan om nogmaals de hele karavaan voorbij te zien komen. Als de bezemwagen voorbij is, sluiten we achteraan en vervolgen onze weg. Prachtige omgeving en gelukkig ook veel paars van de hei. Op het punt waar de twee bomen staan die luisteren naar de namen Philemon en Baucis worden we door de politie een andere richting uit gedirigeerd dan we van plan waren. Gekomen aan het eind van de Beekhuizerweg in Velp worden we voor de derde keer tegengehouden, weer vanwege de wielerronde. Het geeft wat oponthoud maar gelukkig hoeft niemand op tijd thuis te zijn. Via Rozendaal en de Schelmseweg gaan we de A50 over en langs vliegveld Deelen. We bereiken Hoenderloo, bekend van het “beste ijs van de Veluwe” en rijden naar een andere heel bekende plek. Vroeger, voordat de A50 er was, ging er geen dag voorbij dat niet de Woeste Hoeve werd genoemd in de filemeldingen. Het restaurant is er nog altijd maar is van een chauffeurscafé veranderd in een chique restaurant, schuin tegenover het monument ter nagedachtenis aan de geëxecuteerden van de aanslag op de Duitse officier Rauter. We rijden over de Groenendaalseweg naar Loenen en passeren de erebegraafplaats. Van Loenen gaan we via Eerbeek met het gelijknamige Huis te Eerbeek en de oliemolen terug naar Zutphen. Om half zes, dat valt toch nog mee, bereiken we Het Bornhof en kan iedereen “moe maar voldaan”, uitstappen en zeggen we: het was leuk, tot de volgende keer.
Lambert Kouwenberg, chauffeur