Verslag van het chauffeursuitje 29 juli 2017

In een mooie zwart/grijze uitmonstering staat er een mercedesbus met chauffeur te wachten op het parkeerterrein van Bronsbergen. Om kwart voor negen zijn bijna alle passagiers aanwezig om aan boord te gaan om de reis naar Lelystad aan te vangen. Bijna allemaal want onder andere ondergetekende is door een misverstandje te laat van huis gegaan. Dat is een behoorlijke afgang maar een echte aanvaring met organisator John Sas kan met oprechte excuses voorkomen worden. Om de verloren tijd in te halen rijden we rechtstreeks naar de Bataviawerf aan de haven van Lelystad. We zijn met 15 mannen en één vrouw, de partner van John. Op de valreep gaat zij onverwacht mee in de plaats van Jeanette die niet is komen opdagen. Zo kan zij een oogje in het zeil houden bij al die mannen. Eén plaats in de bus blijft symbolisch vrij voor Toon die ons helaas ontvallen is. Wat zou hij van de reis genoten hebben!

IMG_4515

Om vijf voor half elf, op tijd dus, stopt de bus voor de Bataviawerf na een voorspoedige reis waarbij we voorzien zijn van koffie, koek, frisdrank en andere versnaperingen. In de hal bij de entree krijgen we al een beetje beeld van de 17e eeuw met een model van de driemaster Batavia een VOC Retourschip. Daarna worden we uitgenodigd een film over het Batavia project te gaan zien, een voorproefje van wat we later “in het echt” zullen zien. Met steeds meer ontzag maken we kennis met de ongelooflijke prestatie die hier geleverd is. Met heel veel enthousiaste vrijwilligers en deelnemers aan een werkervaringsproject is er, onder leiding van scheepsbouwmeester Willem Vos in tien jaar tijd, minutieus een houten schip gebouwd op basis van het gevonden wrak, oude plaatjes, tekeningen, verhalen en heel veel gissen en logisch redeneren. Vooral de binnenkant van het schip was en is een probleem omdat er zo weinig over bekend is.

IMG_4518

Onder leiding van een voortreffelijke gids die in het dagelijks leven een fysiotherapeute uit Arnhem is, lopen we het terrein op waar een aanvang is gemaakt met de bouw van een waterschip en daarnaast, heel groot, de kiel met het raamwerk van het admiraliteitsschip “de 7 provinciën”. Helaas zal dit 2e schip nooit verder afgebouwd worden wegens een groot gebrek aan financiën. Het kleurige beeld op de boeg is er al wel evenals de achterkant, de eveneens zeer kleurige spiegel (kleur was een teken van rijkdom). Via wat werkplaatsen lopen we vervolgens naar het pronkstuk, De Batavia, in de haven. Om bij storm mastbreuk te voorkomen zijn van twee van de drie masten de bovenste stukken naar beneden gehaald. Desondanks is het een imposante aanblik het schip te zien liggen met net boven de waterlijn de 9 geschutspoorten voor de kanonnen. In totaal gingen er ruim dertig kanonnen mee op de reis naar de Oost. Er zwermen tientallen zwaluwen rond het schip die, aan de witte uitwerpselsporen te zien, hun nesten in en tegen het schip aan hebben. En als we het dan toch over ontlasting hebben: de gids wijst ons op twee vierkante houten buizen onder de boegspriet, de twee poepdozen voor de matrozen. Op het achterschip zullen we later op de omloop aan de buitenkant nog twee van deze houten toiletten vinden voor de passagiers en de officieren ook met directe lozing in zee. Als we om het schip heen lopen zien we talloze details zoals de nar die door een patrijspoort hangend symbolisch de roerganger in de gaten houdt en de kollossale lamp (verlichting door middel van kaarsen) die aan de achtersteven boven de spiegel hangt en de enige verlichting voor de overige scheepvaart vormde.

IMG_4521

Via een loopbrug kunnen we op het bovendek van het schip komen en staan we aan de voet van de grote mast; die is enorm. Het gedeelte vóór de grote mast is het domein van de matrozen die beslist niet achter de grote mast mochten komen want daar vertoefden de officieren en eventuele passagiers. Een relatief grote en luxe ruimte is er voor de notabelen die onder andere een kaartentafel en oriëntatieinstrumenten herbergt. Men heeft de ruimte enigszins ingericht maar dit is een beetje op de gok gebeurt want er is heel weinig over bekend. Zo is bijvoorbeeld niet duidelijk waar en hoe de mensen sliepen gedurende die lange reis van 8 maanden. We dalen een trap af en komen in de ruimte waar de kanonnen staan en de grote winch om de zeilen in een andere stand te zetten (brassen). Overal zitten er in de vloer beugels en overal zijn er touwen gespannen; het is uitkijken geblazen waar je loopt. Op dit zelfde dek is o.a. ook de keuken met een kookpot boven een open vuur. Ik ben benieuwd wat de pot toen zoal schafte. In elk geval werd er soms kip gegeten want die ging als levende have mee. Het is allemaal zo indrukwekkend dat je er een boek over zou kunnen schrijven en dat is dan ook meerdere malen gebeurd.

IMG_4532

Maar aan alle indrukken is nog geen eind gekomen. We dalen immers nogmaals een trapje af (op handen en voeten) en komen dan op een tussendek waar je slechts gebukt kunt lopen en op sommige plaatsen dat niet eens. Dit is de ruimte voor op de heenreis de soldaten die afgeleverd moeten worden in Batavia als vervanging van het garnizoen aldaar. Het is duidelijk dat deze soldaten echt geen luizenbaantje hadden. Op de terugreis werd hier de meest kostbare lading ondergebracht voor een belangrijk deel bestaande uit specerijen waaronder peperdure peper. Nog een verdieping lager, onder in het ruim, werd de zware lading (steen en dergelijke) opgeslagen die tevens nodig was als ballast om het schip redelijk stabiel en drijvende te houden. Op dit moment liggen er loodpakketten in en grote betonblokken die er redelijk gemakkelijk uit te takelen zijn met de huidige hulpmiddelen (maar hoe zou dat in de 17e eeuw gegaan zijn?).

IMG_4555

Een schrikbeeld vind ik het als je je de zeer beperkte sanitaire voorzieningen van toen voorstelt. Honderden mensen in een beperkte, grotendeels afgesloten ruimte met slechts 4 poepdozen, nauwelijks mogelijkheden voor het wassen van lijf en kleding en met zeeziekte enz……. Wat een stank zal dat gegeven hebben.

Gelukkig kunnen wij, verrijkt met talloze indrukken uit het leven van onze zeevarende voorouders en met een enorme bewondering voor het bouwkundig vakmanschap van toen (en nu) weer de buitenlucht in waar we aan de wal nog een smederij en een zeilmakerij bezoeken. We stellen velerlei vragen die allemaal door onze gids beantwoord worden. We danken onze rots in de branding voor haar enthousiaste en met vele scheepstermen* doorspekte presentatie en hebben veel lof voor haar grote kennis van de geschiedenis van de 17e eeuw. Men moet nu alle zeilen bijzetten om de Batavia in behoorlijke staat te houden en telkens weer op te kalefateren. Het is te hopen dat dit lukt. In elk geval bestaat zij al veel langer dan de oorspronkelijke Batavia die na zeven maanden op de eerste reis naar Java ten westen van Australië schipbreuk leed en als wrak werd teruggevonden. Van de 340 opvarenden zijn er uiteindelijk maar een kleine 70 naar Nederland teruggekeerd.

Op een bankje voor de ingang van de werf genieten we van onze meegebrachte lunch aangevuld met koffie en frisdrank uit de ruime koelbox van John.

Daarna zetten we met de bus koers naar het bezoekerscentrum van de Oostvaardersplassen waar we door een medewerker van Staatsbosbeheer worden ontvangen die bevestigt dat er een gids voor ons klaar staat om ons, na de vertoning van een film over het uitgestrekte natuurgebied van de Oostvaarderplassen, door een klein gedeelte van het gebied te loodsen en ons over het reilen en zeilen van de natuur te vertellen.

In het kloffie van Staatsbosbeheer leidt vrijwillig gids Geert van Rijbroek ons vanaf het bezoekerscentrum door een gedeelte van het gebied dat bekend staat als de Driehoek (aan de oostkant en ten noorden van de spoorlijn). Al direct bij het begin zien we, tot verbazing van sommigen, staande op een bruggetje de karpers zwemmen die zich hier terecht heel veilig voelen want ze hebben geen natuurlijke vijanden (er zijn hier nog geen meervallen). Er is een explosieve toename van deze vis die dan ook weggevangen moet worden. Dat gaat vrij gemakkelijk en met tonnen tegelijk. Aan beide kanten van het betonnen pad (dit gedeelte van het gebied is rolstoeltoegankelijk!) zien we wat bomen betreft voornamelijk wilgen. Die gedijen goed en groeien snel in dit natte gebied maar hebben geen erg lange levensduur (35 à 40 jaar) omdat ze aangetast raken door de watermerkziekte. Ook als ze omvallen krijgen ze vaak weer nieuwe uitlopers. Naast de gebruikelijke moerasplanten en riet is er op het ogenblik een overdaad aan mosterdzaadplanten. Het is een wuivende gele zee. Dit is heel mooi als je er overheen kunt kijken maar als je er tussendoor loopt heb je helaas weinig overzicht en zie je niet wat er op de grond gebeurt. Daarom hóren we ook meer de vogels dan dat we ze zien. Eén daarvan is de kleine karekiet maar die zag je toch al niet.

IMG_4605

Als we in het gebied lopen waar ook de reeën, edelherten en konikspaarden hun verblijf hebben zien we qua bomen alleen nog maar dode staketsels. Alsof er een veldslag heeft plaatsgevonden! Dit is niet het geval (hoewel hier wel filmopnames van een oorlogsfilm zijn geweest) en de oorzaak van de sterfte moet vooral gezocht worden bij de vraatzucht van de zojuist genoemde dieren.IMG_4597

Tussen een groep koniks door lopen we, nog steeds over een betonpad waarop af en toe grote hopen paardenmest liggen, naar letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt: de vogelkijkhut Zeearend. Het is trouwens opvallend dat die mesthopen uitgerekend midden op het pad liggen terwijl er toch zoveel plaats naast het pad is. Geert vertelt dat dit te maken heeft met het imponeergedrag van de hengsten die hun product stapelen op dat van een andere hengst en juist goed in het zicht. Twee keer worden we geconfronteerd met een paar tegen elkaar op klauwende hengsten: een prachtig schouwspel. Vertederend zijn de twee veulens die we zien waarvan de jongste pas een paar weken oud is. Sommige mannen zijn onder de indruk van de uit de kluiten gewassen tampeloerissen van de hengsten.

IMG_4616

Bij het bezoek aan de Zeearend komt iedereen ruimschoots aan zijn trekken hoewel we de vogel, trots van de Oostvaardersplassen, zelf niet te zien krijgen. Geert geeft aan dat je met een heel goede kijker wel het door de jongen al lang verlaten nest van de zeearend (zes kilometer verderop) zou kunnen zien maar dat vinden sommigen een zwaktebod. Maar verschanst in de hut is er nog zoveel meer te genieten. Met het blote oog maar zeker met een verrekijker zijn, aan de overkant van een plas, edelherten en konikspaarden bij de vleet waar te nemen en ook een groep reeën. Op en aan de plas zelf zijn er vele soorten (water)vogels. Naast de welbekende meerkoeten en grauwe ganzen zijn dat onder meer brandganzen, lepelaars, futen, dodaarsen, kluten, reigers en diverse eendensoorten. De vogelaars onder ons zouden hier nog veel langer willen vertoeven maar we moeten ook weer op tijd bij de bus terug zijn. Als we de vogelkijkhut weer verlaten en tussen de paarden door richting bezoekerscentrum lopen is er een moment dat we de paarden van heel dichtbij kunnen bekijken. Steeds is er om ons heen het geluid van de putters, een heel mooi, kleurrijk, inheems vogeltje van tropische allure. Deze vogel, die eigenlijk distelvink heet, doet zich tegoed aan de zaden van de talloos aanwezige distels.

IMG_4618

Als we na ongeveer 2 uur weer teruggekeerd zijn en de twee chauffeurs die de wandeling niet mee konden maken (en waarschijnlijk een uiltje geknapt hebben), verteld hebben over onze belevenissen, stappen we in de bus en lichten we het anker voor de terugreis naar Zutphen. Natuurlijk niet zonder de gids uitvoerig bedankt te hebben. Net als op de heenweg zien we ook nu de bui al weer hangen maar in de bus hebben we geen last van weer en wind.

Net voor 18.00 uur komen we weer bij Bronsbergen aan, alwaar onze penningmeester Truus (met krukken vanwege een knieblessure maar verder beslist geen wrak) ook net gearriveerd is om aan te schuiven aan het diner dat hier voor ons klaar staat. We laten ons het overvloedige buffet goed smaken (het is bijna bunkeren) en besluiten met een heerlijk Grand Dessert. Voorzitter Wim Cornax dankt, namens iedereen, John Sas voor de organisatie van deze geweldige dag geheel in stijl met het 40 jarig jubileum.

Ongetwijfeld zullen alle deelnemers aan dit uitje thuis nog veel interessante belevenissen gememoreerd hebben.

IMG_4601

Lambert Kouwenberg

 

*De cursief gedrukte woorden en zinnen zijn scheepstermen die we eigenlijk dagelijks gebruiken zonder dat we beseffen dat die uit de zeevaart afkomstig zijn. Deze en nog veel meer zijn te vinden in het boekje: Zeemanstaal spreken we allemaal van Ton van Schoonhoven.

 

P.S. Om nog beter in geweldige beelden kennis te maken met de Batavia is het gaan zien van de Nederlandse film “Michiel de Ruijter” met in de hoofdrol Frank Lammers een aanrader. De Batavia van Lelystad is voor de filmopnames gebruikt en heeft daarin eigenlijk de hoofdrol. Je zult veel herkennen!